Jette (1999)
"Mijn verjaardagsfeestjes vier ik op het voorterrein. We hangen slingers en ballonnen op en er zijn natuurlijk allemaal lekkere dingen. Verder hoef je dan niet meer zoveel. Ik heb er ook slaapfeestjes gegeven. Zetten we gewoon een paar tenten op. Bij mij komen er heel veel vriendinnetjes van school hier, in de zomer met grote getalen. We kunnen zo van onze boot in het water springen. Als we iets gaan doen, gaan we meestal naar het achterterrein. Er was daar ook een paddenpoel. Maar die padden gingen op een gegeven moment weg. Er was iets mee, de padden hadden geen rust meer, of zo.
paddenpoel
De bus gaat echt gelijk bij mij; over de snelweg, en dan stopt ie bij het Museumplein.
We hebben geen douche. Elke avond tussen half zeven en zeven ga ik met mijn moeder naar papa's atelier hier tegenover, met sloffen en een badjas aan. Die van mij is bruin met bloemetjes, die van mijn moeder paars met blauw. In papa's atelier staat ook mijn moeders schildersezel. In de herfstvakantie is het van: 'Kom, we gaan een dag lekker schilderen'. Soms heb ik geen zin meer en dan stop ik. Maar het is wel fijn dat het er is.
schilderen
En toen hadden we een soort kraam helemaal versierd en daar gingen wij tweedehands spulletjes verkopen.
Ik vind hier niet zoveel veranderd. Toen ik kleiner was kwam ik wel bij meer mensen, je was altijd bij elkaar. We waren eigenlijk altijd buiten en dan verandert de zomer natuurlijk in de winter. Vroeger was er zigeunermuziek op het achterterrein. Er zijn een paar meisjes bijgekomen. De trampoline is weg. Verder is het gewoon hetzelfde.""